• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud

Tekstschrijver Bas Poell

Tekst & Communicatie

  • Tekst
  • Communicatieadvies
  • Portfolio
  • Over Bas
  • Vrije woorden
  • Boekuitgaven
  • Contact
  • Show Search
Hide Search

Bas Poell

Elke dag een scheutje liefde

28 oktober 2020

‘Nieuwe lockdown dreigt’ ‘Tweede coronagolf wordt tsunami’. ‘‘Ruim de helft van de horeca technisch failliet.’ ‘Jordy (28) verloor zijn vader aan corona en werd toen zelf doodziek.’

Een willekeurige greep uit het media-aanbod van de laatste maanden. Google ‘Covid-19’ en je krijgt 6.270.000.000 treffers. 6 miljard 270 miljoen (!) berichten, foto’s, video’s, analyses en meningen over dezelfde pandemie. Je moet echt je stinkende best doen om er iets positiefs uit te filteren.

Al zeven maanden worden we overspoeld met cijfers en doemscenario’s over corona. Dag in dag uit dezelfde slechtnieuwsshow, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. In de zomer brak de zon even door, maar met het intreden van de herfst is de lucht weer inktzwart. De ziekenhuizen stromen opnieuw vol. Massaontslagen dreigen. Duizenden ondernemers in de horeca en detailhandel moeten lijdzaam toezien hoe hun levenswerk naar de gallemiezen gaat. Zzp’ers in de cultuursector, de reiswereld en de evenementenbranche zijn ten einde raad. Zoveel onzekerheid, zoveel gezinnen die het water tot de lippen staat. En dan moet de winter nog komen.

Je hoeft geen psycholoog te zijn om te weten wat een crisis van deze omvang in het hoofd aanricht. Daarvoor hoef je maar een rondje te maken op de socials, waar angst, verdriet, woede, koppigheid, somberheid, vastberadenheid en onverschilligheid elkaar in hoog tempo afwisselen. Afhankelijk van hoe we in het leven staan en welke persoonlijke schade corona heeft aangericht, zitten we allemaal vast in onze eigen cocon. Ieder mens leeft zijn eigen werkelijkheid. De een huilt om een dierbare die aan covid-19 is overleden. De ander richt zijn frustratie op de overheid en de media. Weer een ander steekt de kop in het zand, zwelgt in zelfmedelijden of recht de rug en zoekt naar creatieve oplossingen.

Feit is dat geen brein immuun is voor de aanhoudende negativiteit die over ons wordt uitgestort. De dagelijkse coronashit die we verafschuwen maar paradoxaal genoeg ook omarmen en cultiveren. Uiteindelijk is het allemaal perceptie. Als je jezelf en elkaar elke dag bevestigt in het beeld dat de wereld wordt verscheurd, probeer dan nog maar eens die andere werkelijkheid te zien. Het licht in de duisternis. Het klinkt misschien wat zweverig, maar het is de enige uitweg uit deze collectieve malaise. We zullen het vizier van het hoofd naar het hart moeten verleggen. Ons weer moeten richten op waar het in het leven echt om draait. De mooiste vaardigheid die we uit het oog zijn verloren, waar we ons geluk als mens aan ontlenen en die ons allemaal verbindt.

Het vermogen om lief te hebben.

Hoe moeilijk kan het zijn! In plaats van de dagelijkse portie Covid elke dag een scheutje liefde.

16 augustus 2006, 11.10 uur

22 oktober 2020

‘Proficiat, jullie hebben een zoon.’

De woorden gaan langs me heen. Ik kan alleen maar kijken. Tussen de handschoenen van de gynaecoloog spartelt een fragiel wezentje, nog half onder het bloed. Het heeft alle spieren aangespannen en huilt zijn eerste geluid de wereld in. Het miniatuurmensje krijgt een mutsje op, wordt in een doek gewikkeld en op moeders borst gelegd. Heel even, dan neemt de kinderarts hem mee.

Na een halfuur is de dokter klaar met haar onderzoek. Ze zegt dat ze even weg moet en draagt de baby aan mij over.

Daar sta ik dan. In een te grote kamer, met een te klein kind. Ik ga zitten, bang als ik ben dat het wezentje door mijn handen glipt. Ik sla het doek open om hem beter te bekijken. De teentjes. De vingertjes. Zijn naam op het polsbandje. Ik kijk naar zijn gezicht. En weer naar het polsbandje. En dan komt het binnen. In alle hevigheid. Zachtjes wieg ik heen en weer. Hij huilt. En ik huil mee. Ik hoef niet te praten. Het is goed zo. Ik voel ‘m, in elke vezel. Mijn zoon.

EEN MONDKAPJE: KLEINE MOEITE, TOCH?

9 oktober 2020

Een confrontatie, vanmiddag in mijn buurtsuper.

Een oudere vrouw: “Hallóóóó, kun je niet wat meer afstand houden? Beetje egoïstisch om geen mondkapje te dragen, vind je ook niet?”

Een jongere man: “Nou nou zeg, doe effe normaal. Wat een toontje. Ik bepaal zelf wel of ik een mondkapje draag, ja? En als je zo bang bent voor corona, blijf je toch lekker thuis!’

Covid-19 trekt de samenleving uit elkaar. Je ziet het gebeuren. Nergens is de tweedeling zo zichtbaar als in de supermarkt. Als je niet beter weet, zou je haast denken dat het menselijk ras nog maar uit twee soorten bestaat: mensen mét en zonder mondkapje. Consumenten die het advies van de overheid opvolgen. En zij die dit om wat voor reden dan ook niet doen.

Feitelijk gezien valt op dit moment beide partijen niets te verwijten. We leven in een vrij land. Zolang het dragen van een mondkapje in de openbare ruimte niet verplicht is en de meerwaarde ervan door wetenschappers openlijk wordt betwist, maakt iedere Nederlander zijn eigen keuze. Zoals vanmiddag in mijn buurtsuper. De helft droeg een mondkapje, de andere helft niet. Valt dat het kabinet aan te rekenen? Deels wel ja. Zeker in tijden van crisis hebben mensen behoefte aan duidelijkheid. Eén rechte lijn vanuit Den Haag. Krijgen ze die niet, dan nemen ze het heft in eigen hand en regeert de chaos.

Toch is het te gemakkelijk om alleen naar de overheid te wijzen. Wij mensen hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Waarom zou je een dringend overheidsadvies naast je neerleggen? Denk je dat het allemaal wel meevalt en dat jij geen risico loopt? Wacht je liever tot het advies een verplichting wordt? Vind je een mondkapje ongemakkelijk? Of heb je het gewoon gehad met corona en met de overheid?

Dat is je goed recht. Maar volgens mij nog geen reden om een landelijk advies in de wind te slaan. Of je nou gelooft in covid-19 of niet; met een mondkapje geef je er blijk van dat je niet alleen op de wereld bent. Dat je rekening houdt met je omgeving. Kleine moeite toch? Even over je eigen schaduw heen stappen. Solidariteit heet dat. Daar is de wereld nog nooit slechter van geworden.

Helaas heb ik niet de illusie dat het vanzelf wel goedkomt. Het is crisis. We worden allemaal op onze eigen manier geraakt; emotioneel en/of in onze portemonnee. Mensen zijn boos, bang, verdrietig, teleurgesteld, onwetend of in zichzelf gekeerd. Op de social media zie ik ze dagelijks voorbijkomen. Mensen die principieel een mondkapje weigeren omdat ze zich door de overheid niet willen laten “muilkorven”. Ook zij hebben recht op hun mening, al kan ik er met mijn beperkte verstand niet bij. Volgens mij ben je in ons vrije Nederland pas uitgeschakeld als je op je buik op de intensive care aan de beademing ligt. Omringd door IC-verpleegkundigen die – gemaskerd met dat door jou vervloekte mondkapje – bezig zijn om jouw leven te redden.

Met deze gedachte voor ogen zou het mijns inziens goed zijn als elke Nederlander verplicht het ongemak van een mondkapje ervaart. Al is het maar voor even. In de supermarkt. Tien minuutjes en je hebt je ‘vrijheid’ weer terug. In hemelsnaam: waar hebben we het over?

IN AUSCHWITZ: HET MEISJE MET DE PUNTMUTS

20 februari 2020

Dit weekend zag ik haar voor het eerst. Heel even, maar lang genoeg om haar nooit meer te vergeten. Kijk haar staan, links onderaan op de foto. Ik noem haar ‘Het meisje met de puntmuts’. Twee vingertjes oud. De onschuld zelve. Ze is net met haar familie uit de trein gestapt en staat nietsvermoedend te wachten voor de ingang van de gaskamer.

Ik was zaterdag in Auschwitz. Het was het zwaarste gevecht in mijn leven. Intens waardevol en tegelijkertijd hemeltergend frustrerend. Je probeert iets te begrijpen wat veel te groot is om te bevatten. Te krankzinnig. Te luguber. De overtreffende trap van alle overtreffende trappen. 75 jaar na de bevrijding daalde ik af naar de krochten van onze westerse beschaving om te voelen waar de mens toe in staat is. Om te ervaren wat leven in vrijheid betekent, wilde ik het monster een keer recht in de smoel kijken.

Auschwitz was het werk van de duivel. De hel op aarde. Moordfabriek. Monument van ontmenselijking. 1,3 miljoen mannen, vrouwen en kinderen werden hier de dood ingejaagd omdat ze Joods waren of anderszins afweken van de Arische norm. Executeren duurde de Nazi’s te lang en gaf teveel “rotzooi”, dus werden ze vergast. Ruim twee jaar lang. Per dag werden er in de crematoria van Auschwitz zo’n 1500 lichamen verbrand.

Goed om ons te realiseren is dat de Holocaust niet begon met gaskamers. Het begon met politici die haat en verdeeldheid zaaiden. Die mensen stigmatiseerden tot inferieure en gevaarlijke wezens. Toen de haat eenmaal breed was verspreid en niemand zich meer druk maakte om het lot van de Joden, volgden de getto’s, de razzia’s en uiteindelijk de genocide.

Lopend over die immense dodenakker in Polen dacht ik aan de tijd van nu. 75 jaar na de bevrijding van Auschwitz is racisme nog altijd springlevend. We stigmatiseren dat het een lieve lust is en nooit eerder was de haat zo zichtbaar. De social media zijn een open riool.
Mensen met een ander geloof of een ander kleurtje worden buitengesloten en beledigd. Gezinnen die de oorlog zijn ontvlucht en in ons land een veilig heenkomen zoeken, worden weggezet als gespuis. ‘Profiteurs’. ‘Smerig tuig’ of ‘vieze zwarten’. Het respect is ver te zoeken, beledigingen worden goedgepraat als vrijheid van meningsuiting. We staan erbij, kijken ernaar en gaan over tot de orde van de dag.

Ook het Coronavirus maakt het slechtste in de mens los. Uit angst voor besmetting worden Nederlanders met een Aziatisch uiterlijk deze dagen uitgemaakt voor ‘vieze Chinees’. Ik noem hen Nederlanders omdat ze hier geboren en getogen zijn, zich Nederlander voelen en dezelfde rechten hebben als jij en ik. Bij De Wereld Draait Door hoorde ik een jongeman met Chinese roots vertellen dat hij uit angst voor beledigingen niet meer in het openbaar durft te hoesten. Kennelijk hoort het bij deze tijd.

Begrijp me goed. Ik beweer hier niet dat de geschiedenis zich gaat herhalen. God verhoede dat dit gebeurt. Maar gerust ben ik er ook niet op. De geschiedenis biedt geen enkele reden voor onverschilligheid. Dit weekend ben ik met de neus op de feiten gedrukt. Vier uur lang heb ik van binnen gehuild. Het was verschrikkelijk, maar ik kan het iedereen aanraden. Sterker nog: een excursie naar Auschwitz zou op elke middelbare school onderdeel moeten zijn van het lesprogramma. Doeltreffender kan een pleidooi voor verdraagzaamheid niet zijn.

En er valt meer te leren. De confrontatie met het zwartste hoofdstuk uit onze geschiedenis heeft maar weer eens bevestigd wat voor bofkont ik ben. Vanavond bij thuiskomst sloot ik mijn vrouw en kinderen weer in de armen. Mijn dochter had een cadeautje voor me gemaakt. Aan haar moest ik denken toen ik zaterdag het meisje met de puntmuts zag.

O meisje

10 januari 2020

De tijd kan ik niet terugdraaien
En waarom zou ik dat doen
als ik naar het verleden kan zwaaien
en denken aan toen….
jij op je teerst
voor het eerst
jouw geluid de wereld in huilde,
bij mama in een warme deken schuilde
Aan de borst je eerste honger stilde
en hoe ik daar stond en trilde
amper bekomen
de adrenaline voelde stromen
Elke vezel voelde opwarmen
Onwennig met jou in mijn armen

Nu ben je bijna tien

Alsof er niks is gebeurd
Alsof een heel decennium
gisteren pas is ingekleurd
Ik hoef je al lang niet meer te dragen
Als we struinen door de stad
stel jij de vragen,
verkennen we diepere lagen,
en effen jij je eigen pad
Jij geeft aan wat past
Het is soms zoeken op de tast
Laat je me los of houd je me vast

De film van jouw leven
raast in herinneringen voorbij
Soms zet ik in mijn hoofd de tijd stil
en luister ik naar wat mijn hart wil
Dan laat ik heel even
mijn gedachten zweven,
dan laat ik alle vlinders vrij
O meisje, wat zit je diep in mij

Januari

3 januari 2020

de lichten zijn gedoofd,

de kaarsen branden

en jij ligt bij het raam met gevouwen handen

te moe om te praten

klaar om alles achter te laten

waarin je hebt geloofd

achter je valt de sneeuw op de daken

ik kijk in het flakkerende kaarslicht

en zie de contouren van je gezicht

de sporen van een ongelijke strijd

het is bijna tijd en ik blijf bij je waken

ik tel de seconden na elke zucht

en terwijl ik je langzaam zie wegglijden

denk ik aan betere tijden

jouw woorden, onze momenten

neem ik mee naar de lente

ik voel me verdrietig, maar ook opgelucht

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Pagina 4
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 9
  • Ga naar Volgende pagina »

Maak kennis met Bas… Neem contact op

Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here: Cookiebeleid




Auteursrecht © 2007–2025



Nederweert24 · Smile Fotografie

  • Facebook (privé)
  • Facebook (zakelijk)
 

Reacties laden....