• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud

Tekstschrijver Bas Poell

Tekst & Communicatie

  • Tekst
  • Communicatieadvies
  • Portfolio
  • Over Bas
  • Vrije woorden
  • Boekuitgaven
  • Contact
  • Show Search
Hide Search

Geen categorie

Fileleed

26 november 2019

Soms gebeurt het, je kunt er niets tegen doen. Je luistert naar een verhaal, begint te lachen en kunt niet meer stoppen. Je moet zo hard lachen dat de tranen over je wangen rollen en je buik zo heftig op en neer schudt dat je bijna stikt. Meestal gaan lachbuien nergens over, maar dat zijn juist de mooiste. Je lacht om de woorden die je hoort, maar vooral om het beeld dat ze oproepen. Je ziet het gebeuren.

Afgelopen weekend had ik zo’n onvervalste lachstuip. Een vriend vertelde me vol overgave over die keer dat hij op weg naar zijn werk vaststond in de file toen zijn buik begon te rommelen. Iedere zin die volgde, was raak.
De onrust die hem overmeesterde toen hij merkte dat het niet alleen lucht was wat zich ophoopte. Het heen en weer gewip in de auto. De fysieke en geestelijke worsteling om de sluitspier dicht te houden. De zoektocht naar een A4-tje dat voor wc-papier kon doorgaan. Het besluit om de auto te verlaten. Het sprongetje over de vangrail. De ontlading in de berm, gevolgd door een intens gevoel van schaamte toen hij zijn broek weer optrok en zag hoe enkele tientallen filegenoten zijn finest moment vanuit de auto meevierden.

Bij verhalen met zoveel verbeeldingskracht kun je me wegdragen. Zachtjes grinniken is luidkeels hinniken geworden. Happend naar adem smeek ik m’n vriend om te stoppen met praten. Maar hij kent geen genade. Het toetje moet nog komen. Te laat aangekomen op zijn werk durfde hij niet direct aan te schuiven bij zijn collega’s in de vergaderruimte. Of zoals hij naderhand zelf aangaf: “Omdat de mouw van mijn blouse bruin was, ben ik toch eerst maar even naar de wc gegaan.”

Verscheurd

25 november 2019

Op de parkeerplaats staan drie koffers. Ernaast het gezin. Of wat daar nog van over is. Een vader met twee kleine kinderen, net uit de bus gestapt. De jongen huilt. Het meisje streelt haar pop. De vader kijkt strak voor zich uit.

Het is geen fictie. Dit is wat ik vanmorgen zag toen ik uit mijn auto stapte bij het aanmeldcentrum van het AZC in Budel. Nog geen zeven kilometer van mijn warme, knusse huis arriveert bijna dagelijks een touringcar met vluchtelingen. Mannen, vrouwen en kinderen die hier in Brabant de asielprocedure ingaan.

Ik had voor mijn werk een afspraak bij de IND, de Immigratie- en Naturalisatie Dienst die onderzoekt waar deze mensen vandaan komen en of de situatie in hun land van herkomst wel een verblijfsvergunning rechtvaardigt. De manager van de IND vertelde over de aanmeldstraat. Over capaciteitsproblemen die de procedure vertragen. En over overlast van een klein groepje ‘veiligelanders’ die het voor de rest verzieken. Zij die geen kans maken op een verblijfsstatus omdat het in eigen land veilig (genoeg) is.

Het vluchtelingenvraagstuk kreeg vanochtend een gezicht. De hele dag zie ik al drie koffers staan. Ernaast die vader met zijn twee kinderen. Die lege ogen die het ergste doen vermoeden. Was mama al dood toen ze op de vlucht sloegen of zijn ze haar onderweg kwijtgeraakt? Laten we optimistisch blijven. Misschien leeft ze nog en wordt het gezin straks als de oorlog voorbij is weer herenigd. Ik ken ze niet. Maar ik hoop het zo.

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2

Maak kennis met Bas… Neem contact op

Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here: Cookiebeleid




Auteursrecht © 2007–2025



Nederweert24 · Smile Fotografie

  • Facebook (privé)
  • Facebook (zakelijk)