Mien Gelissen (73) uit Urmond had maar één wens. Haar gouden huwelijksnacht doorbrengen met haar man Zef op de gesloten verpleegafdeling van Urmonderhof. Haar ontroerende verhaal laat zien dat het in de zorg ook anders kan. Echte liefde gaat dwars door de muren van het verpleeghuis.
Zachtjes streelt ze zijn hand. Minutenlang, voor eeuwig als dat zou kunnen. Vijftig jaar geleden, op de toppen van hun geluk, stonden Mien Thoolen en Zef Gelissen samen voor het altaar. Hij, die mooie, stille jongen uit Einighausen. Zij, het rozenmeisje uit Urmond met het hart op de tong. Onafscheidelijk waren ze, tot het noodlot hen in 2011 uit elkaar trok. Mien woont alleen in Urmond. Haar man op de gesloten verpleegafdeling van woonzorgcentrum Urmonderhof. Hij zit in een rolstoel en herkent zijn vrouw en kinderen niet meer.
Ze ziet hem nog lopen, in 1961 tijdens de carnavalsoptocht in Sittard. Rechtop, strak in zijn fanfare-uniform. “Ik was verkocht. Met halfvasten zag ik ‘m weer. Ik lonkte met mijn ogen en Zef kwam naar me toe. We hebben samen gewalst, zonder een woord te wisselen. Met de kermis bracht die mooie, beschaafde jongen me voor het eerst naar huis. Het klopte, het was perfect.”
Vier jaar later, op 29 mei 1965, trouwden ze. Een zwoele voorjaarsdag met familie en vrienden en de boerenkapel op de veranda. “Puur geluk”, vertelt Mien. Ze kregen drie kinderen, Maureen, Sylvia en Marc. De jaren verstreken. Zef stond midden in het leven. Hij was architect, keeper en voorzitter van de voetbalclub en speelde bugel in de fanfare.
De eerste scheurtjes
In het jaar 2000 kwamen de eerste scheurtjes in hun zorgeloze leven. Tijdens een autorit merkte Mien dat Zef zijn voeten niet kon stilhouden. De eerste tekenen van wat later Parkinson bleek te zijn. Zijn tred veranderde, hij ging moeilijker lopen, kon vaker de weg niet meer vinden en werd vergeetachtig. In de jaren erna ging zijn gezondheid steeds verder achteruit en kwam er een tweede diagnose bij. Dementie. Zef ging naar de dagopvang in Sittard. Eerst een dag in de week, toen twee, toen drie…tot het thuis echt niet meer ging. “Op 1 december 2011 heb ik hem naar Urmonderhof gebracht. ‘Papa, gaat op kamers wonen’, zei ik tegen de kinderen. Het was de meest verschrikkelijke dag in mijn leven. Ik voelde me schuldig omdat ik mijn man moest weggeven.”
Ze streelt door zijn grijze haardos en overlaadt hem met lieve woorden. Zoals ze dat iedere dag doet. “Ook al is het leven radicaal veranderd, ik geniet als ik bij hem ben. Ik kan tegen hem praten, zijn hand vasthouden en hem knuffelen. Dat is zó fijn, al is het zwaar omdat je elk avond weer alleen naar huis moet. Mijn man is in goede handen in Urmonderhof, dat geeft troost. Het verplegend personeel van Vivantes is fantastisch. Lief, warm en persoonlijk, ik kan niet anders zeggen.”
Gouden huwelijksnacht
Afgelopen voorjaar, op 29 mei, lieten deze medewerkers de grootste wens van de 73-jarige Urmondse in vervulling gaan. Precies vijftig jaar na dato mocht Mien samen met haar man Zef de huwelijksnacht doorbrengen in Urmonderhof. Ze raakt ontroerd als ze er aan terugdenkt. “Na een heerlijke middag met de kinderen en de rest van de familie hebben we die avond twee bedden tegen elkaar aangeschoven. Ze hadden de hele kamer voor ons versierd. Speciaal voor de gelegenheid heb ik de roze nachtpon aangetrokken die ik vijftig jaar geleden ook droeg. En zo hebben we heel rustig tegen elkaar aan gelegen. Ik heb naar hem gekeken, hem geknuffeld en gehuild. En Zef kneep in mijn hand, alsof hij wilde zeggen: het is goed zo. We hebben heerlijk geslapen. De volgende morgen brachten de zorgmedewerkers van Vivantes ontbijt op bed. Ik was zo ontzettend gelukkig. Volgens de kinderen liep ik weken later nog met mijn hoofd in de wolken. Zef en ik zijn bofkonten dat we dit hebben mogen meemaken. Ik gun dit iedereen. Geloof me: het is vreselijk wanneer je door ziekte uit elkaar wordt gehaald. ”
Ze kroelt weer door zijn haren. “Het klinkt misschien vreemd maar ziekte geeft het leven zoveel meer betekenis. Meer dan ooit geniet ik van mijn kinderen en acht kleinkinderen. En mijn man mag dan niet meer weten wie ik ben, hij is en blijft mijn grote liefde. Ik laat hem niet in de steek.”
Uit Thuiskomen, huis-aan-huiskrant Vivantes Ouderenzorg, voorjaar 2016
Foto: Franco Gori