Terwijl heel Nederland wordt gevraagd afstand te houden, staan zij in de frontlinie om te helpen. Ook de hulpverleners van SJG Weert zijn dag en nacht bezig om het coronavirus te bestrijden en levens te redden. In deze serie laten we zien wie onze lokale helden zijn en waar zij in deze bizarre tijd tegenaan lopen. Vandaag aflevering 2: SEH-arts Dennis Keereweer.
Het meest bijzondere aan helden is misschien nog wel dat ze zich helemaal geen held voelen. Ze doen ‘gewoon’ hun werk, zeggen ze. In het geval van Dennis Keereweer betekent dat mensen in acute nood helpen. Niks bijzonders noemt hij dat.
Oorlog
Tot voor kort zag de SEH-arts in Weert nog patiënten met uiteenlopende, acute aandoeningen. Botbreuken, kneuzingen, wonden, blinde darmontstekingen; dat soort spoedeisend werk. Inmiddels is ook zíjn wereld 180 graden gedraaid. De Spoedeisende Hulp heeft in recordtempo een metamorfose ondergaan. Voor de artsen en verpleegkundigen gelden nieuwe regels, afspraken en werkroosters. De witte doktersjassen hebben plaatsgemaakt voor beschermende outfits, bestaande uit een schort, handschoenen, mondmasker en bril. SEH-arts
Dennis ziet nu vrijwel uitsluitend nog patiënten bij wie er een verdenking van corona bestaat.
“Als je niet beter zou weten, zou je denken dat het oorlog is. Het is een surrealistisch beeld, die triagetent en de medische units waar onze SEH-verpleegkundigen de eerste screening doen. Om het besmettingsgevaar tot een minimum te beperken, worden patiënten met corona en mensen met andere acute aandoeningen van elkaar gescheiden en is er geen familie toegestaan. Dat laatste maakt deze situatie zo anders en ook lastig”, zegt hij. “Vorige week stond er een vrouw buiten voor de Spoedeisende Hulp. Ze had gehoord dat haar zieke moeder naar Maastricht overgeplaatst zou worden en wilde nog even een glimp van haar opvangen voordat ze in de ambulance werd gelegd. In Maastricht mag ze namelijk ook het ziekenhuis niet in. Vreselijk.”
Door het vuur
De toestroom van patiënten is nu in volle gang, zoals verwacht. “Mensen met corona komen vaak binnen met hoge koorts, zijn kortademig en voelen zich lamlendig. Vaak zien we familieleden uit hetzelfde gezin kort na elkaar op de eerste hulp. Om maar aan te geven hoe besmettelijk het virus is”, vertelt Dennis.
Na de eerste screening en selectie in de triagetent gaan ze voor aanvullend onderzoek naar de SEH-arts. Die maakt het medisch plaatje compleet en zet de patiënt op het juiste behandelspoor: in de meeste gevallen is dat een verblijf op de speciaal ingerichte coronaverpleegafdeling, soms – als de situatie levensbedreigend is – een opname op de intensive care.
Waar de SEH-arts in deze hectische tijden de kracht vandaan haalt om adequaat zijn werk te kunnen doen? “Ik krijg veel energie van mijn collega’s. Het is mooi om te zien hoe we voor elkaar door het vuur gaan en met humor de dagelijkse zorgen relativeren. De SEH-verpleegkundigen werken de klok rond, wij als artsen draaien extra diensten. Als er net voor het einde van je dienst een ‘slechte’ patiënt wordt binnengebracht, blijf je gewoon een uurtje langer. Dat doet iedereen, dat is een ongeschreven regel. Je gaat een patiënt niet overdragen als je ziet dat je collega ook de handen meer dan vol heeft. Het is nu hectisch, maar voor mij nog goed te doen. Hoeveel ik ook van mijn werk hou, als ik thuis ben ben ik thuis. Ik kan die werelden goed scheiden en vind daardoor voldoende rust.”
Afstand houden
De steun uit de regio doet hem goed. De inzamelingsacties voor medische materialen, restaurants die maaltijden komen bezorgen. Aan de gevel van het ziekenhuis hangt een groot spandoek: ‘Met elkaar, voor elkaar. Weert bedankt haar zorgtoppers.’ “Mooi om te zien, ook dát geeft fijne energie.”
Een zorgtopper voelt hij zich niet. “Dit is mijn werk. Mensen vragen me deze dagen wel eens of ik niet bang ben om zelf besmet te worden? ‘Nee’, zeg ik dan. Ik draag een masker en beschermende kleding. Jij staat misschien bij de bakker te dicht bij iemand in de buurt. Wie is er dan beter beschermd? Het is belangrijk dat mensen zich dit goed realiseren en zich houden aan de adviezen van het RIVM. Blijf binnen en als je naar buiten móet, houd 1,5 meter afstand. Dat is letterlijk van levensbelang.”