Maar liefst zeven miljoen kilo frites wordt er in Nederland jaarlijks gebakken met aardappels uit… Nederweert-Eind. Je leest het goed: 7-miljoen-kilo! In snackbartermen zo’n 25 miljoen porties. De aardappelen komen van de akkers van Peter en Resie Beerens aan de Leveroysedijk. In het vroege voorjaar gepoot worden ze in oktober gerooid en vervolgens gedroogd en gekoeld in twee grote loodsen. Van daaruit gaan ze naar fritesfabrieken in het hele land. “Ik heb een keer uitgerekend dat we elke Nederlander jaarlijks van 1,5 portie frites kunnen voorzien”, lacht Peter. Als de aardappeloogst een keer tegenvalt, is er geen man overboord. Weer of geen weer: de leghennen van de familie Beerens verzaken nooit en produceren een miljoen eieren per week. “Die keuze hebben we bewust gemaakt om het bedrijfsrisico te spreiden”, vertelt Resie.
De rolverdeling is helder. Peter staat op het land, Resie verzorgt de kippen. Zo doen ze het al twintig jaar. Ook hun missie behoeft geen dure woorden. “Wij zorgen ervoor dat mensen kunnen eten. In ons geval: aardappelen, schorseneren en eieren. Nederland draait voor een belangrijk deel op de agrarische sector. Dat wordt nog wel eens vergeten. Ik herinner me dat er een keer een kindje bij mij in de auto zat dat zei: ‘Het stinkt hier’. Ik heb toen uitgelegd dat dat de mest is die we over het land varen. Als we dat niet doen, dan groeit er niks en kunnen we ook niet eten.” Peter lacht en zegt ‘op z’n plat Ne-jwieërts’: “En zoeë esj mer net. Gooje strônt mot steenke.”
Duurzaam ondernemen
Boeren lopen niet te koop met hun successen. Ze steken liever de handen uit de mouwen. Daardoor zou je bijna vergeten wat voor een prachtig bedrijf de familie Beerens diep in het buitengebied van Nederweert-Eind heeft opgebouwd. Voor stille, harde werkers als Peter en Resie is maatschappelijk verantwoord ondernemen een vanzelfsprekendheid. Met 1200 zonnepanelen voorzien ze vrijwel volledig in hun eigen energie. De kippen leven in kolonies in ruime hokken met zitstokken en legnesten die het natuurlijk gedrag van de dieren stimuleren. Een legsysteem dat aan alle wettelijke eisen voldoet en de uitstoot van fijnstof en ammoniak tot een minimum beperkt. “De mest van de kippen gaat naar biogascentrales in Duitsland waar het wordt omgezet in stroom. Het restproduct wordt als mest over de akkers gereden zodat er weer nieuw graan kan groeien”, vertelt Peter.
En zoeë esj mer net. Gooje strônt mot steenke”
Duurzaam ondernemen betekent ook dat er rond de af- en aanvoer van producten geen onnodige kilometers worden gemaakt. De familie Beerens voelt zich verbonden met Nederweert-Eind en werkt nauw samen met collega-ondernemers in de regio. “Het voer voor de kippen wordt geleverd door Global Feed Mill in Weert en door ons met mais van eigen bodem gemengd. De landbouwmachines komen van Op ’t Root in Ospel. Onze eieren worden verwerkt door Egga Food in Ospel en Global Food in Weert. De kleintjes worden gekookt en gepeld, bijvoorbeeld voor in koude schotels. De eierenstruif is een belangrijke grondstof voor onder andere koekjes, cake en mayonaise”, zo licht Resie toe.
Familielijn
Het boerenbedrijf is hun leven, het boerenbestaan genetisch bepaald. Sjang Beerens was akkerbouwer en kreeg drie telgen: Peter, Coen en Frans. Voordat hij op zijn 86e stierf, zei hij: ‘Het mooiste wat ik in mijn leven heb meegemaakt, is dat mijn kinderen allemaal boer zijn geworden. Peter en Resie zetten die traditie voort. Ook zij hebben drie zonen. Rik en Kris gaan het bedrijf overnemen. Luuk ziet dat nog niet zo zitten. Vader Peter lacht en zegt met een vette knipoog: “Hij is nog jong, we krijgen hem nog wel zover.”