• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud

Tekstschrijver Bas Poell

Tekst & Communicatie

  • Tekst
  • Communicatieadvies
  • Portfolio
  • Over Bas
  • Vrije woorden
  • Boekuitgaven
  • Contact
  • Show Search
Hide Search

Bas Poell

40 het nieuwe 20?

4 juli 2017

Ook al voel je je geen 44, je bent het wel, zo werd vanochtend duidelijk tijdens mijn gang naar het werk. Op een (te) smalle fietsstrook ter hoogte van de stadsbrug in Weert werd ik bijna van de sokken gereden door een groepje opgeschoten pubers.

“Aan de kant”, gromde de voorste. In het voorbijgaan hoorde ik een ander lachend en nog net hard genoeg zeggen: “Die ouwe krullenbol denkt zeker dat ie cool is met z’n Adidas-sneakers.”

Bij aankomst op kantoor gelijk Stichting Correlatie gebeld.

Station Sittard

4 juli 2017

Terwijl de conducteur omroept dat we station Sittard naderen, manoeuvreert een jonge, gesluierde vrouw haar buggy door het nauwe gangpad. De peuter is in diepe rust, in de ogen van zijn moeder staat paniek geschreven. Niet veel later, als de klapdeuren opnieuw openslaan, begrijp ik waarom. De vreemdelingenpolitie zit op haar huid. Twee agenten met portofoons begeleiden haar naar het balkon. Ik volg hen, omdat ik in Sittard eruit moet.

Op het balkon ontspint zich een persoonlijk drama. De vluchtelingencrisis in het klein. De agenten vragen de moeder in het Engels om zich te legitimeren. Maar de vrouw verstaat geen Engels. En heeft geen papieren. De mannen vragen het nogmaals. En nogmaals. En nogmaals. Steeds dwingender. ‘Your ID please!’ Haar oogleden trillen. En dan breekt ze, daar op het balkon, ter hoogte van Sittard. Haar wanhoopskreet haalt haar zoontje ruw uit z’n slaap. Het mannetje is weer terug op aarde en huilt met z’n moeder mee. En ik stap uit, happend naar adem. Op weg naar mijn interview.

Patty

4 juli 2017

Omdat er al genoeg ellende is in de wereld richt ik me liever op de positieve berichten. Kleine sprankjes hoop die je dag kleuren en je het gevoel geven: ik kan er weer even tegenaan.
Lees net dat Patty Brard stopt bij SBS en in Ibiza gaat wonen. Ik zeg: laten we één minuut stil zijn en genieten van dit prachtige nieuws.

Op survival bij oma

4 juli 2017

“Welterusten Basje, tot morgen.”

De deur valt krakend in het slot en na wat gestommel hoor ik oma de lange trap afdalen. Dan wordt het stil. Ik voel hoe mijn spieren zich aanspannen en zet alle zintuigen op scherp. Door het halfopen raam wiegen de gordijnen zachtjes heen en weer. Het licht van de maan schijnt op een beeltenis van Christus, linksboven aan de wand. Beweegt zijn hoofd nou?

Ik sluip uit bed en haal de lijst van de muur. Ook het Heilig Hartbeeld op de gang, van levensgroot formaat, moet er aan geloven. Ik leg Jezus op z’n buik, uit het zicht onder een tafel en kruip weer onder de dekens.
En daar lig ik dan. In opperste staat van paraatheid. Ik hoor de kerkklok slaan en tel mee. Twaalf uur en nog geen zandman te bekennen. Het huis is te donker en veel te groot. De parketvloer kraakt en ik hoor stemmen beneden. Praat oma nou in zichzelf? Of is ze niet alleen?

Vanmiddag was het hier nog leuk. Ik speelde met mijn lievelingsneefje. We deden verstoppertje, renden rond het huis en door de moestuin en maakten stiekem grapjes over oma die het allemaal niet zo goed meer wist. Ze liet het vlees aanbranden en de frisdrank over datum gaan. “Schimmelsientje en Spa Dood”, grapte ik nog.

Maar dat was vanmiddag. Met het intreden van de duisternis werd de stoere jongen een bang vogeltje dat de slaap maar niet kan vatten. Omdat er boven geen wc is en de weg naar beneden veel te veel tijd in beslag neemt, staat er een gele emmer naast mijn bed. Ik luister naar de geluiden van het oude huis en hoor bij iedere beweging de veren van het bed kraken. Mijn vader werd hier aan de Burgemeester Vullersstraat in Nederweert geboren. Ze hadden een feestje vanavond. Mijn zus mocht bij een vriendin blijven slapen. Ik moest op survival. Bij oma.

Zuid-Frankrijk

4 juli 2017

We staan bij een riviertje aan de voet van een imposante berg. De zon kent geen genade, het is broeierig warm. We zijn met z’n tienen. Nederlanders, Fransen, Duitsers en Belgen. Het zweet drupt van m’n voorhoofd als ik mijn wetsuit aantrek. Ik kijk omhoog en vraag me af waarom ik vrijwillig kennis ga maken met canyoning, een sport waarbij je door een kloof de loop van de rivier volgt. Twee uur lang zwemmen, klauteren en roetsjen over spekgladde rotsen. Het rubberen pak zit zo strak dat ademen een sport op zich is. Maar ik heb ‘ja’ gezegd en na het startsein van de instructeur is er geen weg meer terug.

Ik spring in het ijskoude rivierwater en voel dat het mis is. Mijn blaas is niet opgewassen tegen een temperatuurverschil van 30 graden. Ik plas. En plas. En plas. In mijn rubberen pak. Opluchting maakt plaats voor afschuw als ik besef dat mijn urine de komende twee uur met me mee op avontuur gaat. De instructeur vraagt hoe het met me gaat. Ik steek mijn duim omhoog en lach. Voor de vorm. In werkelijkheid hoor ik bij iedere beweging mijn plas klotsen.

Terug op de oever volgt de ontknoping. Het rubberen pak mag weer uit. Ik zoek een rustig plaatsje, kijk schichtig om me heen en trek aan de rits. Terwijl de opgekropte aroma mijn neusvleugels bereikt, zie ik de volgende groep alweer klaar staan. Ik geef mijn pak aan een Duitser. ‘Viel Spaß.’

Een slechte trip

4 juli 2017

‘Wat is het domste wat je ooit hebt gedaan?’, vraagt een vriend.

De vraag is nog niet gesteld of ik lig weer gestrekt, daarbuiten op de parkeerplaats bij Dancing Madeira in Nederweert. ‘Jouw favoriete swingpaleis’, zoals de populaire dj in de jaren tachtig tijd predikte. Persoonlijk heb ik er nooit geswingd. Het enige wat ik bij Madeira deed was slootwater – lees Budels Bier – drinken voor een gulden zestig, meisjes kijken en zo stoer mogelijk rook uitblazen. Als een meisje terugkeek, stapte ik op haar af en maakten we een ommetje in het nabijgelegen park. Op topavonden twee ommetjes. Het was in datzelfde park dat ik ontdekte dat ik met mijn tong meer kon dan eten doorslikken.

Die bewuste zomeravond in 1995 hangt er een ander soort spanning in de lucht. Het is broeierig warm. Ik heb tot tien uur ’s avonds gewerkt als magazijnmedewerker, nauwelijks gegeten en zet het eenmaal binnen op een onvervalst zuipen. En of het zo moet zijn, is daar ineens die vage bekende van wie ik weet dat hij wekelijks meer joints rookt dan boterhammen eet. ‘Wil je ook een keer proberen?’, vraagt hij. Ik knik. Geen idee waarom, maar ik knik. Terwijl ik achter hem aanloop richting de parkeerplaats voel ik de adrenaline door m’n aderen stromen.

En daar zitten we dan, buiten op de motorkap. Hij doet voor hoe het moet en ik doe ‘m na. Diep inhaleren, tien tellen vasthouden en langzaam uitblazen. Het ritueel herhaalt zich drie keer. ‘Ik voel niets, ik voel niets’, roep ik triomfantelijk, alsof ik zojuist de beslissende penalty in de Champions League-finale heb gescoord. Daarna rol ik van de motorkap. Ik sta op, zak weer in elkaar en kruip naar het struikgewas. En daar blijf ik liggen. Ik voel het hart in m’n keel kloppen. Hoor bekende stemmen, zie vertrouwde gezichten, maar kan niet meer op hun namen komen.

Halverwege de nacht keert het gevoel langzaam terug in mijn armen en benen. Ondersteund door een goede vriendin strompel ik naar huis, waar ik plaatsneem op de oprit. Nadat ik de inhoud van mijn maag in de coniferenhaag heb achtergelaten, verzamel ik moed voor de laatste en zwaarste missie. Mijn nest bereiken zonder mijn ouders wakker te maken. Tergend langzaam draai ik de sleutel in het sleutelgat en sluip ik als een kat naar boven. En daar zit mijn vader, op de wc. ‘Je bent laat’, klinkt het slaperig. Ik probeer zo nuchter mogelijk te reageren. ‘Was erg gezellig. Ben moe, lekker slapen pap.’
Als ik doorloop naar mijn slaapkamer, hoor ik ‘m fluisteren. ‘Hey, kom eens terug!’
Ai!
Ik loop de badkamer in.
‘Wat is er met jou gebeurd?’
‘Hoezo?’
‘Kijk eens in de spiegel.’
Het duurt even voor ik begrijp wat ik zie. Een roodgekleurde wrattenversie van mezelf. Het resultaat van drie uur bivakkeren tussen de brandnetels. ‘Van m’n fiets gevallen’, zeg ik tegen m’n vader. ‘Tuuuuuurlijk, we hebben het er morgen nog wel over.’
Nog natrillend van de schrik kruip ik in mijn nest. En ik weet het dan al zeker: dit was het domste wat ik ooit heb gedaan.

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 5
  • Pagina 6
  • Pagina 7
  • Pagina 8
  • Pagina 9
  • Ga naar Volgende pagina »

Maak kennis met Bas… Neem contact op

Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here: Cookiebeleid




Auteursrecht © 2007–2025



Nederweert24 · Smile Fotografie

  • Facebook (privé)
  • Facebook (zakelijk)