In juli 2021 werd Limburg geteisterd door extreem hoogwater. Ook bij onze agrariërs liet deze nationale ramp diepe sporen na. We namen een kijkje in het Heuvelland, bij het melkveebedrijf van de familie Schillings. Een verhaal over veerkracht en saamhorigheid.
Het is woensdag 14 juli als de familie Schillings wordt overrompeld door het water. De buffers achter hun melkveebedrijf krijgen de regen (180 mm in een etmaal) niet meer verwerkt. Vanaf de heuvels rondom hun woonplaats Voerendaal stroomt het die middag met bakken naar beneden. In nog geen kwartier tijd loopt de jongveestal onder en staan de pinken tot aan hun buik in het water. Buiten op het erf drijven autobanden, pallets en pakken met zaagsel. De melkkoeien in de iets hoger gelegen ligboxenstal staan nog droog, maar ook daar nadert het water in rap tempo.
Boer Ruud (50) staat erbij en kijkt ernaar. Als versteend, aan de grond genageld. Wat hij nooit voor mogelijk had gehouden, gebeurt. De geschiedenis herhaalt zich. Op 26 april 1987 hield het water ook genadeloos huis. Ruud was 16 jaar oud toen een modderstroom een enorme ravage aanrichtte op het erf en in de stallen. Een traumatische ervaring die zijn vader die dag zelfs een hartinfarct bezorgde en die nu, na 34 jaar, weer tot leven komt.
Teamwork
Waar Ruud bevriest, springt de rest van het gezin onmiddellijk in de actiestand. Er is geen tijd te verliezen. Zijn vrouw Wendy (47) belt als eerste de LLTB om een veilig onderkomen te regelen voor de melkkoeien. Hun levende have, waar hun hele bestaan op rust. “De lijnen met de LLTB zijn kort, het contact is prettig. In die eerste, kritische uren hebben we meerdere keren overleg. Bij de bond hebben zich tientallen agrariërs gemeld die spontaan een opvangplek voor noodlijdend vee aanbieden. Mocht evacuatie van onze koeien nodig zijn, dan is één telefoontje naar de LLTB genoeg. Een geruststellend bericht”, memoreert Wendy.
Ook zoon Stefan (21) en dochter Anne (19) – twee agrarische ondernemers in de dop die opgroeiden op de boerderij – aarzelen geen moment. Geholpen door familie, vrienden en omwonenden nemen zij direct de touwtjes in handen. Terwijl het jongvee tijdelijk wordt ondergebracht bij de opfokker in de buurt, ontfermen Wendy en dochter Anne zich over de melkkoeien waar het water inmiddels bijna in de strohokken staat. “De koeien konden niet zomaar weg, ze moesten eerst gemolken worden. Een van hen had zelfs gekalfd. Het klinkt misschien vreemd, maar tijdens het melken, kwam er een bepaalde rust over me. Het gevoel van: ‘Wat er ook gebeurt, we móeten door’, stilletjes hopend dat de melkkoeien niet geëvacueerd hoefden te worden. Gelukkig regende het inmiddels niet meer en na het melken, was het water al ver gezakt. Evacuatie was daardoor uiteindelijk overbodig”, aldus Wendy.
De volgende ochtend begint de grootste klus: het puin ruimen. Onder aanvoering van boer Ruud, die de schrik weer enigszins te boven is, en met hulp van een klein leger vrijwilligers worden het erf en de stallen schoongemaakt en ontdaan van alles wat door het water is meegesleurd of vernield. Takken, balen hooi en stro, zakken veevoer, gereedschap, apparaten en meubels; de ravage is enorm. “Van ’s ochtends acht tot ’s avond negen hebben we gewerkt. Daarna hebben we met z’n allen gegeten. De saamhorigheid op die 14e en 15e juli was fantastisch. Het voelde als vroeger, toen we als één grote familie boerden. We deden het samen, ik mis dat wel eens”, vertelt Ruud.
Het water was er altijd
Vijf dagen na de overstroming zette de familie Schillings de staldeur open voor demissionair landbouwminister Carola Schouten en vertegenwoordigers van LTO en de LLTB. Zichtbaar onder de indruk van de impact van de watersnood bespreken zij met het gezin de mogelijkheden om herhaling te voorkomen. Eenvoudig is die oplossing niet, zo weten Ruud en Wendy uit ervaring. Hun perceel in Voerendaal, waarop Ruuds grootouders rond 1900 begonnen met boeren, is nogal gevoelig voor overstromingen. Het melkveebedrijf ligt aan de voet van een heuvel, net ten zuiden van Valkenburg, waar de Miljoenenlijn het landschap doorkruist. Ruud: “Zelfs als het bij ons droog is, kunnen we door de regen die 5 kilometer verder op valt, worden verrast. In 1995, 2016 en 2020 liep het voor ons net goed af. Dit keer ging het mis.”
Voor de familie Schillings is het water altijd een bepalende factor geweest, zo vervolgt Ruud. “In 2000 hebben we hier ons woonhuis gebouwd. Op een terp, zodat we geen natte voeten zouden krijgen. Tien jaar later bouwden we ook onze nieuwe ligboxenstal op een stuk hoger gelegen grond.” Door de verandering van het klimaat lijkt een verplaatsing van hun bedrijf op termijn de beste oplossing. Hoewel het gezin hier in principe voor openstaat, is het nog lang geen uitgemaakte zaak. “Zo’n besluit neem je niet zomaar. Hoe je ook wendt of keert, hier liggen mijn wortels”, zegt Ruud.
Een maand na de watersnood overheerst opluchting. De materiële schade mag dan groot zijn, de dieren hebben het overleefd en zijn gezond. Met die wetenschap in gedachten wil de familie Schillings zich in alle rust bezinnen op de toekomst. Samen met de LLTB die er voor lobbyde dat de watersnood in Limburg als een nationale ramp werd erkend en die nu zijn leden in heel Limburg adviseert en ondersteunt bij het vergoeden van de schade. Wendy en Ruud: “De LLTB heeft ons werkelijk fantastisch geholpen. Het voelt goed om aangesloten te zijn bij een bond die je belangen zó behartigt. Die er in tijden van nood voor je is. Na het bezoek van minister Schouten werd er nog een mooi boeket thuisbezorgd. Als dank voor onze gastvrijheid.”
Geef een reactie