De Belgische minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke kon zijn tranen deze week nauwelijks bedwingen tijdens een bezoek aan het CHC MontLégia ziekenhuis in Luik. De aanblik van de intensive care werd hem teveel. Een steriele ruimte, gevuld met alleen maar covid-19-patiënten. Doodzieke vijftigers en zestigers, liggend op hun buik aan de beademing. De familie die er niet bij mag. De enorme inspanningen van het personeel. ‘Het is zó indrukwekkend wat zij doen’, vertelde de minister met een gebroken stem.
Als je er zuiver klinisch naar kijkt, zou je kunnen zeggen dat zorgmedewerkers hun werk doen. De bakker bakt brood, de onderwijzer geeft les, artsen en verpleegkundigen op de intensive care redden levens. Daar zijn ze voor opgeleid, dat is wat ze doen en in deze dagen helaas meer dan ooit.
Toch doen we hen hiermee schromelijk tekort. Wat medewerkers in de zorg tot helden maakt, is dat zij geen onderscheid maken. In elk geval niet op hun werk. De IC-verpleegkundige stelt geen vragen. Zolang er bedden zijn, zorgt zij. Of je nou bang bent voor covid-19 of het virus afdoet als een griepje. Of je de overheid vertrouwt of wantrouwt en de coronaregels volgt of volgens je eigen wetten leeft. Wat jouw waarheid ook is: eenmaal doodziek en op de intensive care probeert de IC-verpleegkundige jouw leven te redden. Zonder voorbehoud. Zelfs de grootste misdadiger die het leven van zijn vrouw en kinderen dagelijks tot een hel maakt, krijgt op de intensive care de kans op een tweede leven.
Zodra de shift erop zit en het beschermende masker is afgezet, wordt de zorgmedewerker mens, net als jij en ik. Ieder met zijn eigen zorgen, zijn eigen beeld van de werkelijkheid en zijn eigen mening over de overheid en de opgelegde coronamaatregelen. De een is misschien bang om zelf besmet te raken. De ander boos omdat de beloofde zorgbonus nog altijd niet is uitbetaald. Weer een ander voelt zich wellicht gefrustreerd en in de steek gelaten omdat er niet meer handjes aan het bed zijn of omdat nog teveel mensen zich niet aan de maatregelen houden. Het zou zomaar kunnen dat al deze emoties tegelijkertijd voorkomen.
Eenmaal op het werk, zodra het masker weer op de mond is geklemd, stelt de zorgmedewerker geen kritische vragen meer. Op de intensive care tellen geen meningen. Daar zijn we allemaal gelijk en mogen we ons – hoe ziek we ook zijn – maar wat gelukkig prijzen dat er mensen zijn die onvoorwaardelijk lief zijn. Professionals die hun eigen leven op het tweede plan zetten om dat van een ander te redden.
Alleen al uit respect voor de helden in de zorg zou het ons sieren als we ons eigen leed eens wat vaker voor onszelf houden. Als we stoppen met mekkeren en vingerwijzen. Het liefst vandaag nog. Gewoon een beetje lief zijn voor elkaar. Zou dat kunnen? Dankjewel.
Geef een reactie