Die zondagmorgen waren de tranen op. De jonge kunstenaar wist dat het zover was. Vandaag ging hij sterven.
O jawel, hij had gestreden. Maanden had hij gevochten. Tegen de gedachten die als een pingpongbal door zijn hoofd bleven stuiteren. Elke ochtend als hij wakker werd, was er maar één doel: overleven tot de nacht, als het leven de dood het dichtst benadert.
De kunstenaar kon zijn psychoanalyse dromen. Hij was hoogbegaafd. Hypersensitief. En extreem creatief. Een levensgevaarlijke cocktail die hem als kind al parten speelde en hem cynisch maakte. Zijn genetisch materiaal was niet volmaakt, maar hij moest het er mee doen. Tijd voor zelfmedelijden was er niet. Het hele gezin liep op een dun koord en had zijn hulp nodig. Het kind werd te snel volwassen. Een vrije geest, gezegend met talent, maar ook met een rugzak die zijn pas vertraagde.
Zo regen de jaren zich aaneen. Tot dat weekend waarin alles samenkwam. De hele vrijdag en zaterdag had hij gehuild. Om zijn leven dat aan flarden lag. Hij was op. Kapot geredeneerd. De medicijnen deden niet wat was beloofd. De bijwerkingen dreven hem tot waanzin.
Hij wilde stabiel en vrij zijn. Tot grote hoogte stijgen. Zich binden aan een vrouw. Rust vinden in gezelschap. Zijn familie helpen. Gewoon gelukkig zijn. Het was te veel, te gecompliceerd. Er was amper geld om de huur te betalen.
Die zondagmorgen kwam het onvermijdelijke. De allesoverheersende, misselijkmakende overtuiging dat hij zijn leven ging beëindigen. Nog nooit was hij zo bang geweest en tegelijk was er geen weg terug. Er viel niets meer te kiezen. Hij schreef zijn afscheidsbrief, bevestigde het touw en sloot de deur. Whisky en Coebergh moesten het laatste zetje geven. Nog voordat hij de ladder bereikte, zakte hij in elkaar. Die avond werd hij gevonden. Hij had zich bijna doodgedronken.
De jonge kunstenaar geeft het leven nu een nieuwe kans. Hij verkoopt tekeningen, praat weer met grootse gebaren en maakt plannen. Het herstel is nog broos en biedt geen garantie, beseft hij zelf maar al te goed. Onder de oppervlakte zit een diepe laag die voorzichtig afgeschraapt moet worden. Het wordt een lange weg waarop hij zichzelf nog vaak zal tegenkomen. In de verte tussen de wolken gloort de top. Ooit hoopt de kunstenaar daar te staan. Helemaal boven, de rugzak leeg. Definitief uit de schaduw van die zondagmorgen.
Geef een reactie